Waar je aan het haartype kunt zien tot welk ras iemand behoort kun je aan een kapsel vaak zien tot welke cultuur iemand behoort. Mijn naam est Marcelien Reims-Soeboe. Geboren in Sipaliwini, dochter van Alfred Pikientio van het dorp Granslee et Elisabeth Soeboe van Bindiwata. Ik ga het hebben over de verschillende kapsels (haardracht) bij de saramacaanse (marron) vrouw.
Net als in andere culturen est haar de kroon voor een Saramaccaanse vrouw. Vroeger zou een Saramaccaanse vrouw haar hoofdhaar nooit kaalscheren. Dat deed alleen een weduwe tijdens de rouwperiode.
In elk ander geval was de vrouw te bewonderen in prachtige gevlochten kapsels. Bij elke gelegenheid zag je haar stralen met haar natuurlijk gevlochten kroeshaar. Men beweert dat de verschillende kapsels « roadmaps » waren tijdens het vluchten vanuit de plantages. Nooit en nimmer zou je een vrouw zien in een pangi zonder een bijbehorend kapsel.
De verschillende kapsels hebben elk een unieke benaming en/of geschiedenis. Ik zal enkele belichten :
⦁ Manda posu
⦁ Gansë putu
⦁ Pitö oftewel sitonu-kaapatu
⦁ Kofi ajompo
⦁ Tuusidow
⦁ Djontolo
⦁ Lölö uwii
Manda posu Kroeshaar kapsel van de marronvrouw
Manda-posu heeft de naam te danken aan de traditionele mandjes van de saramaccaners. Het vlechten van de mandjes gebeurde op specifieke wijze. Wil je een goede mand vlechten dan moest je op een bepaalde manier starten. Precies op dezelfde manier wordt manda posu gevlochten.
Gansë putu Kroeshaar kapsel van de marronvrouw
Gansë putu est een kapsel, waarbij het haar eerst in vier gelijke helften wordt verdeeld, vanuit het midden van het hoofd. Het midden van het hoofd wordt dan het vluchtpunt, vanwaar uit je zal vlechten. Het uiteinde van het haar wordt niet strak gevlochten. Vroeger had de saramaccaanse vrouw niet voldoende of geen haar accesoires ter beschikking. Ze moest echt roeien met de riemen die zij had, dus gebruikte ze garen om de uiteinden van haar « gansë putu » te decoren. Bij de saramaccaners est kleur zeer belangrijk. Hoe fleuriger, houe mieux !
Pitö oftewel sitonu-kaapatu kapsel bij de marronvrouw
Pitö est niets anders dan de manier hoe dit kapsel gevlochten wordt. Van oudsher gebruikt men de naam pitö voor het vlechten van haar dat zeer kort was. Men zegt ook wel « mio pitö uwii dai », (ik zal het haar van jou, dat zeer kort is, vlechten). Omdat pitö talon mooi kan zijn, wordt het ook gevlochten voor dames met een iet wat langer haar. Nadat de vlechtjes gemaakt zijn worden ze ingestopt, zodat ze kort lijken. Men noemt dat tegenwoordig ook "motjokumba"
Kofi ajompo kapsel bij de marronvrouw
Kofi ajompo est le cornrow traditionnel de tewel kwi kwi ba (zo noemt men dat au suriname). Er worden dan verticale scheidingen gemaakt van het midden van het voorhoofd naar de nek. En het haar wordt ook op deze wijze gevlochten. Vermeldenswaard est dat de scheidingen bij kofi ajompo evenwijdig zijn. De naam kofi ajompo heeft een geschiedenis. Tijdens de binnenlandse oorlog, was er een lid van de jungle commando, genaamd kofi ajompo. Kofi ajompo was vaak te bespeuren met dit kapsel. Les hommes heeft het kapsel toen naar hem genoemd ; kofi ajompo.
Tuusidow Kroeshaar kapsel bij de marronvrouw
Bij tuusidow worden de traidionele scheidingen gemaakt als bij cornrows of kofi ajompo. De verticale scheidingen worden vervolgens verdeeld in evenwijdige, horizontal scheidingen. Er onstaan dan rechthoekige verdelingen. Je maakt dan een vlecht en die ene vlecht neem je dan mee tijdens het vlechten van de volgende vlecht, dit blijf je herhalen tot de nek. Als je tuusidow vlecht in de vorm van djontolo, vlecht je dit tot het midden van het hoofd. Tuusidow kan gezien worden als een vervanging van cornrow. Precies zoals het leren van cornrow een start is, wil je haar vlechten is tuusidow ook een start. Na het beheersen van tuusidow kan je zelf bepalen hoe en welke scheidingen je maakt om tuusidow te vlechten.
Djontolo kroeshaar kapsel bij de marronvrouw
Djontolo est een kapsel, waarbij men evenwijdige scheidingen vanuit het voorhoofd naar het midden van het hoofd en vanuit de nek naar het midden van het hoofd. En worden er cornrows gemaakt (gevlochten), vanuit het voorhoofd en nek naar het midden van het hoofd. De cornrow kan ook vervangen worden door tuusidow.
Lölö uwii kroeshaar kapsel bij de Marronvrouw
Lölö uwii est niets anders dan de zogenaamde tresses torsadées. Er worden vlechtjes gemaakt met twee strengen in plaats van drie strengen.
De saramacaanse cultuur kent nog veel meer kapsels, zoals :
⦁ Lontu ede
⦁ Agidakunja
⦁ Putu un buka
⦁ Goon uwii
⦁ Pina uwii en nog zoveel meer.